Deze paragraaf geeft een financiële beschouwing op het eigen vermogen, de financiering en het
weerstandsvermogen. Voor de beoordeling van de financiële positie is het belangrijk om zowel naar de exploitatie als de balans te kijken. In de balans komt de verhouding van de bezittingen (activa) in beeld en de daarvoor beschikbare eigen middelen (reserves) en financieringsmiddelen van derden (schulden). Ook voor het bepalen van het eigen vermogen kijken we naar de balans. Waarbij het eigen vermogen de uitkomst is van de waarde van alle bezittingen (activa) minus de schulden.
Het eigen vermogen is opgebouwd uit de algemene reserve, bestemmingsreserves en het saldo van de jaarrekening. Het eigen vermogen is in 2023 per saldo met een bedrag van € 4,4 miljoen toegenomen van € 87,6 miljoen in 2022 naar € 92,0 miljoen eind 2023. Schematisch ziet het verloop van het eigen vermogen er als volgt uit:
Bedragen x € 1.000
Het eigen vermogen bestaat voor € 19,2 miljoen uit “bestemmingsreserves”. Aan deze
reserves heeft de raad eerder een bestemming gegeven. Deze reserves zijn zonder (nieuwe)
besluitvorming van de raad niet vrij besteedbaar. De algemene reserve van de gemeente is binnen de financiële beleidskaders wel vrij aanwendbaar en bedraagt eind 2023 € 68,7 miljoen (exclusief het resultaat van deze jaarrekening). In de Toelichting op de Staat van Reserves (hoofdstuk 5.4) bij deze jaarrekening worden de verschillen tussen begrote en werkelijke mutaties per reserve toegelicht.
Op het jaarrekeningsaldo van € 4,0 miljoen voordelig liggen claims voor budgetoverheveling van € 5,6 miljoen en aanvullende mutaties van tezamen € 4,5 miljoen aan bestemmingsreserves en voorzieningen. Door deze resultaatbestemmingen ontstaat uiteindelijk een nadelig resultaat van € 6,1 miljoen na bestemming, dat ten laste zal worden gebracht van de algemene reserve.
Schuldpositie
De houdbaarheid van de gemeentefinanciën op de langere termijn hangt af van de ruimte om, naast de noodzakelijke uitgaven voor publieke voorzieningen, de schuldverplichtingen in de vorm van rente en aflossingen te betalen. Daarom letten wij naast de baten en lasten (exploitatie) ook nadrukkelijk op de geldstromen, de hoogte van de schuld in relatie tot het kunnen betalen van de rente en aflossing en de beschikbare weerstandscapaciteit. Het is wenselijk dit goed te monitoren omdat een oplopende schuldenpositie de begrotingsruimte op termijn kan verminderen. In de onderstaande grafiek is het verloop van de langlopende schuld over de afgelopen jaren weergegeven.
Bedragen x € 1,0 miljoen
De langlopende schuld is uitgekomen op € 192 miljoen en is daarmee € 21 miljoen lager uitgekomen dan was voorzien in de begroting 2023. Ten opzichte van vorig jaar is de schuld met € 3,2 miljoen
toegenomen. De schuldontwikkeling is nog steeds binnen de veiligheidsmarges zoals de VNG die
hanteert. In de paragraaf Financiering (hoofdstuk 3.4) staat een uitgebreide analyse op het vreemd
vermogen.