Inleiding
De houdbaarheid van de gemeentefinanciën wordt langs twee wegen beoordeeld; de wettelijke financiële kengetallen en de houdbaarheidstest gemeentefinanciën. Beide beoordelingen geven een beeld hoe de gemeente er financieel voorstaat. Beide beoordelingen zijn een momentopname, kijken alleen terug in de tijd en geven geen doorkijk naar de toekomstige situatie.
De voorgeschreven kengetallen zijn: schuldquote, solvabiliteit, grondexploitatie en onbenutte belastingcapaciteit. Een kengetal of beter gezegd, de ontwikkeling van een kengetal is een weerspiegeling van het gevoerde financiële beleid. De kengetallen samen geven inzicht in de financiële weerbaar- en wendbaarheid.
Vanuit het BBV is er bewust voor gekozen om geen normering aan de kengetallen toe te kennen. Het gaat om een adequate toelichting en duiding bij de kengetallen. Ten eerste is de eigen specifieke lokale situatie verschillend. Daarnaast moet een norm niet als doel worden gezien. Terwijl het doel zou moeten zijn dat een gemeente nadenkt over wat bij hun eigen lokale situatie en profiel past en daarop gaat sturen. De raad kan zelf natuurlijk wel streef- of normwaarden vaststellen. Deze normwaarden kunnen raadsleden gebruiken bij hun beoordeling van het kengetal in de eigen begroting en jaarrekening, of de financiële consequenties van voorstellen die aan de raad worden voorgelegd.
Naast de kengetallen worden ook de uitkomsten van de houdbaarheidstest gemeentefinanciën van de VNG opgenomen in de jaarstukken. Deze houdbaarheidstest is in de eerste plaats een stresstest die gebaseerd is op kasstromen. De test bepaalt met behulp van aanvullende kengetallen de financiële conditie van de gemeente. Uiteindelijk wordt dit uitgedrukt in het financiële kengetal dat de “houdbaarheidsquote” wordt genoemd.
De financiële positie die uit de kengetallen en de houdbaarheidstest blijkt is geen doel op zich, maar moet altijd worden bekeken in samenhang met de totale maatschappelijke opgave van de stad. Het te bereiken maatschappelijke rendement en de bijdrage aan de inhoudelijke beleidsdoelstellingen zijn hierbij van evident belang. De financiële positie is ondersteunend aan het afwegingsproces en moet het bestuur helpen verantwoorde keuzes te kunnen maken voor de (middel)lange termijn.
Houdbare gemeentefinanciën
Kengetallen
Volgens de Nota van Toelichting bij het wijzigingsbesluit is het aan het College van BenW om een beoordeling te geven over de onderlinge verhouding tussen de kengetallen in relatie tot de financiële positie.
Het verloop van de financiële kengetallen (de kengetallen zijn overigens gekoppeld aan begrotingsparagrafen waar ze meer inhoudelijk zijn beschreven) is als volgt:
Ref. | Kengetal | Verloop van de kerngetallen | |||
---|---|---|---|---|---|
Jaarstukken | Begroting | Jaarstukken | Begroting | ||
1. | Netto schuldquote | 59% | 73% | 54% | 64% |
2. | Netto schuldquote gecorrigeerde voor verstrekte leningen | 53% | 66% | 48% | 59% |
3. | Solvabiliteitsratio | 25% | 23% | 24% | 24% |
4. | Grondexploitatie | 1,0% | 1,3% | 0,2% | 0,1% |
5. | Structurele exploitatieruimte | 3,7% | 3,4% | 5,3% | 2,5% |
6. | Belastingcapaciteit | 102% | 93% | 100% | 97% |
In combinatie met het weerstandsvermogen, dat als uitstekend wordt beoordeeld, laat dit zien dat de gemeente Hilversum een degelijke financiële positie heeft. De gemeente Hilversum wil haar financiële positie op orde hebben. Hiertoe stelt het college als randvoorwaarden een sluitende begroting, gedegen risicomanagement en een robuuste algemene reserve, waarbij de lasten voor de burger zo min mogelijk stijgen.
Op basis van de in deze jaarstukken opgenomen cijfers beoordeelt het college de “onderlinge verhouding van de kengetallen in relatie tot de financiële positie” als goed.
Houdbaarheidstest
De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft een houdbaarheidstest voor gemeenten ontwikkeld waarmee de financiële conditie van de gemeente Hilversum wordt bepaald aan de hand van tien financiële kengetallen. Deze kengetallen zijn daarbij gerangschikt naar de thema’s vermogenspositie, exploitatie, voorzieningenniveau en weerbaarheid.
Vermogenspositie
- Netto schuldquote (Druk van de schuldverplichtingen op de exploitatie)
- Effectieve netto schuldquote (Hoogte van de effectieve schuld)
- Solvabiliteitsratio (Schuldbelasting van het bezit)
Exploitatie
- Exploitatieresultaat voor mutaties reserves (Mate waarin de uitkomst van de exploitatierekening positief is)
- Onbenutte belastingcapaciteit (Ruimte voor verhoging van de eigen belastinginkomsten)
- Afhankelijkheidsratio (Gevoeligheid voor bezuinigingen op Rijksoverdrachten) Voorzieningenniveau
- Netto investeringsquote (Hoogte van de investeringsuitgaven)
- Netto lasten per inwoner (Hoogte van de netto lopende uitgaven op de exploitatie) Weerbaarheid
- Houdbaarheidsquote (Benodigde structurele ombuigingen bij een slechtweer-scenario)
- Kasgeldratio (Gevoeligheid op de korte termijn voor renteverhogingen)
Net zoals bij de wettelijk voorgeschreven kengetallen maakt het model van de VNG gebruik van signaalwaarden. Het overschrijden van een signaalwaarde kan duiden op financiële stress op dat betreffende aandachtsgebied. Ook voor beoordeling van de kengetallen zoals genoemd door de VNG geldt dat, een integrale analyse van de ontwikkeling van de financiële positie, waarbij alle relevante elementen in onderlinge samenhang betrokken zijn, zal leiden tot beter inzicht in de financiële positie. De kengetallen zoals opgenomen in een jaarrekening zijn altijd een momentopname en hebben geen voorspellende waarde.
In deze jaarrekening wordt dan ook slechts teruggekeken naar de uitkomsten voor de jaren 2022 en 2023. De uitkomsten van de VNG kengetallen zijn daarbij als volgt weer te geven.
Financiële conditie index eindbalans en exploitatie | Jaarstukken | Jaarstukken | Drempelwaarde 1 | Drempelwaarde 2 |
---|---|---|---|---|
Vermogenspositie | ||||
Netto schuldquote ultimo | 59,3% | 54,4% | > 100% | > 130% |
Effectieve Netto schuldquote ultimo | 59,4% | 55,0% | > 90% | > 120% |
Solvabiliteitsratio ultimo | 25,0% | 24,2% | < 20% | < 0% |
Exploitatie | ||||
Exploitatieresultaat | 3,8% | 1,2% | N.v.t. | < 0% |
Aantal negatieve resultaten laatste drie jaren | 2 | 1 | = 2 | = 3 |
Onbenutte belastingcapaciteit | 5,4% | 4,8% | N.v.t. | < 0% |
Afhankelijkheidsratio | 75,3% | 76,4% | > 72,5% | N.v.t. |
Voorzieningenniveau | ||||
Netto investeringsquote jaar (t-4) - (jaar t) | -0,7% | -0,3% | < 1% of >4% | < 0% of >5% |
Netto lasten per inwoner | 1.991 | 2.198 | N.v.t. | < 1.819 of > 2.307 |
Weerbaarheid | ||||
Houdbaarheidsquote | 25,3% | 25,1% | > 20,0% | > 25,0% |
Kasgeldratio ultimo | 3,1% | -8,0% | > 8,5% | N.v.t. |
Financiële conditie index | 6,0 | 7,5 |
Wanneer een score groen is, blijft de score onder de drempelwaarde. Een oranje score betekent een overschrijding van drempelwaarde 1. Een rode score betekent een overschrijding van drempelwaarde 2. Opgemerkt wordt dat de scores zijn gebaseerd op realisatiecijfers van 2023.
De aandachtspunten bij deze score zijn:
- Exploitatieresultaat : Een negatief exploitatieresultaat (voor mutaties reserves) betekent dat de reservepositie aangesproken wordt. Een eenmalig negatief exploitatieresultaat behoeft geen probleem te zijn. Bij structurele negatieve exploitatieresultaten zal de reservepositie krimpen en het bezit steeds verder gefinancierd zijn met vreemd vermogen (schulden). Het jaar 2021 hadden een nadelig exploitatieresultaat. De jaren 2022 en 2023 laten een voordelig exploitatieresultaat zien. Er is nu dus geen sprake meer van een structureel negatief karakter van het exploitatieresultaat.
- Afhankelijkheidsratio : Dit kengetal geeft weer hoe afhankelijk we zijn van de overdrachten van het Rijk en tevens de gevoeligheid voor kortingen op deze overdrachten van het Rijk. Het verhogen van de eigen inkomsten kan de afhankelijkheid van het Rijk verkleinen.
- Netto Investeringsquote : Dit kengetal geeft weer of er voldoende investeringen gedaan worden voor het behoud van een aanvaardbaar voorzieningen niveau. Normaal gesproken zullen de uitgaven voor investeringen hoger zijn dan de afschrijvingen. Hoger omdat vanwege inflatie de investeringen duurder worden, maar ook omdat door economische groei en inwonersgroei er jaarlijks meer publieke investeringen nodig zullen zijn (bijvoorbeeld scholen en wegen). Bij te lage investeringen zullen er op termijn inhaalinvesteringen nodig zijn om de leefbaarheid van de stad op orde te houden. Een gemeente kan ook te veel investeren. Dit zal zorgen voor hogere schulden en hogere afschrijvingslasten. Hogere afschrijvingslasten leggen een groter deel van de exploitatieruimte voor een langere periode vast waardoor de ruimte voor eventuele benodigde ombuigingen op de lopende exploitatie kleiner wordt.
- Netto lasten per inwoner : Dit kengetal geeft de mate van flexibiliteit aan voor het realiseren van ombuigingen. Lage netto lasten per inwoner kunnen een indicatie zijn dat het niveau van de noodzakelijke publieke voorzieningen onder druk staat. Hoge netto lasten per inwoner kunnen een signaal zijn dat een gemeente op grote voet leeft. Voor het bepalen of er sprake is van afwijkende netto lasten is wordt Hilversum vergeleken met andere gemeenten met een matige sociale structuur en een sterke centrumfunctie. De netto lopende uitgaven worden gedefinieerd als: lasten voor mutaties reserves -/- rentelasten -/- afschrijvingen -/- lasten grondexploitaties -/- inkomsten uit heffingen en belastingen -/- inkomsten van specifieke uitkeringen -/- inkomsten van decentralisatie uitkeringen. De netto lopende uitgaven gedeeld door het aantal inwoners is het kengetal netto lasten per inwoner.
- Houdbaarheidsquote : Dit kengetal geeft een indicatie van de ombuigingsinspanning die een gemeente bij het slecht weer scenario moet leveren om de gemeentelijke financiële positie op orde te houden. Bij het slecht weer scenario wordt onder andere rekening gehouden met een terugval van de inkomsten vanuit het rijk met 20%, terugvallende overige inkomsten met 11% en stijgende rentetarieven. Afboekingen op uitstaande leningen etc. zal zich hoogstwaarschijnlijk niet voordoen. Het kengetal is daarmee een maat voor de weerbaarheid van de gemeente.
Kanttekening bij dit kengetal is dat het wordt uitgedrukt in een percentage van de lasten en baten waarop ombuigingen kunnen worden gerealiseerd. Het gaat hierbij om de onbenutte belastingcapaciteit plus de netto lopende uitgaven.
- Kasgeldratio : Dit kengetal geeft de mate van risico weer van sterk stijgende rentelasten door herfinanciering van kortlopende schulden door langlopende schulden bij een stijgende marktrente. De signaalwaarde is gelijk aan de berekening van de kasgeldlimiet, 8,5% van het begrotingstotaal. Ons financieel beleid is erop gericht blijvend te voldoen aan de eisen van de wettelijke kasgeldlimiet waarbij een overschrijding van de kasgeldlimiet voor een periode van maximaal twee kwartalen is toegestaan.
Financiële stresstest gemeenten BDO Accountants & Adviseurs
BDO heeft over 2022 alle Nederlandse gemeenten langs de financiële meetlat gelegd om de financiële positie van de Nederlandse gemeenten te analyseren en tot een ranking per gemeente te komen. Hierbij zijn de cijfers gebruikt uit de gepubliceerde jaarrekeningen over 2022 van de hierboven opgenomen wettelijke financiële kengetallen.
BDO heeft de financiën van gemeenten met elkaar vergeleken op basis van de wettelijke financiële kengetallen. Zodoende is BDO gekomen tot een ranking (Financiële Stresstest Gemeenten van BDO), verdeeld naar omvang van gemeenten. In de benchmark wordt Hilversum vergeleken met andere gemeenten met 50.000-100.000 inwoners. In totaal vallen 59 gemeenten in deze categorie. De gemeente Hilversum komt op een 13 e plaats (2022; 23 e plaats) met het rapportcijfer 9 (2022; rapportcijfer 9).
Conclusie
Op basis van het VNG model is de financiële score verbeterd van 6,0 in 2022 naar 7,5 in 2023 waarbij:
- De score m.b.t. het exploitatieresultaat is verbeterd door het voordelige exploitatieresultaat van 2022 en 2023.
- De score netto lasten per inwoner wordt door de stijging van € 1.991 naar € 2.198 per inwoner als goed beoordeeld. Lage netto lasten per inwoner kunnen volgens het model een indicatie zijn dat het niveau van de noodzakelijke publieke voorzieningen onder druk staat.
Het model van de VNG kan een aanvulling zijn op de verplicht voorgeschreven kengetallen van het BBV. Ook hier geldt dat de beoordeling een momentopname is, die terugkijkt in de tijd en geen doorkijk geeft naar de toekomstige situatie.
Om de toekomstige financiële gezondheid van Hilversum te monitoren kunnen de verplichte kengetallen van het BBV en de aanvullende kengetallen van het VNG model, een signaalfunctie vervullen.