De gemeentelijke liquiditeitspositie wordt constant gevolgd en de liquiditeitsprognose wordt bijgesteld op basis van de actualiteiten en voortschrijdend inzicht. Op deze manier wordt de liquiditeitsprognose gebruikt om op het juiste moment de omvang van de benodigde financiering te bepalen en aan te trekken. Financiering kan in de vorm van een langlopende lening maar ook in de vorm van een kortlopende kasgeldlening.
De omvang van het financieringstekort is afhankelijk van de omvang en het tempo van uitvoering van
de exploitatie, het investeringsprogramma, de grondexploitaties en de kasstromen met betrekking tot
de leningen (aflossing op oude leningen en het aantrekken van nieuwe leningen).
Onderstaande grafiek geeft inzicht in het totale financieringssaldo van het jaar 2023.
Figuur 3.1 Liquiditeitsbehoefte per categorie 202 3 (bedragen x € 1.000) (+ontvangsten, -uitgaven)
- Het saldo van de reguliere inkomsten en uitgaven is ruimschoots hoger dan geraamd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door:
- extra inkomsten uit het gemeentefonds die € 10,8 miljoen hoger zijn dan in de primaire begroting is geraamd. Het gaat hierbij ook om een bedrag van € 4,3 miljoen aan energietoeslag. Tegenover deze € 4,3 miljoen ontvangen energietoeslag staat een bedrag van € 6,9 miljoen aan uitgekeerde toeslagen in 2023. Een deel van niet uitgekeerde gelden in 2022 is overgeheveld naar 2023 en in 2023 uitgekeerd; en,
- de bijdrage van het Rijk in de kosten van de opvang van Oekraïners ad € 31,4 miljoen. Tegenover de € 31,4 miljoen voor de kosten van opvang van Oekraïners staan € 27,4 miljoen aan uitgaven. (de begrippen uitgaven en ontvangsten zijn niet gelijk aan de begrippen lasten en baten)
- Financiering; De aflossingen op langlopende leningen is gelijk aan het bedrag zoals begroot, € 9,3 miljoen.
- Het investeringssaldo valt € 21,0 miljoen lager uit dan begroot. Met name de investeringen in onderwijshuisvesting blijven achter.
- De grondexploitaties leverden in 2023 per saldo een voordelige (meer inkomsten dan uitgaven) kasstroom op. Deze voordelige kasstroom van ongeveer € 4,9 miljoen is ongeveer € 5,4 miljoen hoger dan waarbij in de begroting 2023 rekening was gehouden. Dit wordt veroorzaakt door de overdracht van bouwkavels 4.1. en 4.2 van Anna's Hoeve die niet in 2022 zijn gerealiseerd maar in 2023.
- Het in 2023 aangetrokken bedrag aan langlopende leningen is € 14,5 miljoen lager dan begroot.
- Uitgangspunt bij de begroting is dat het berekende financieringstekort wordt gedekt met het aantrekken van langlopende leningen en het saldo € 0 wordt. In 2023 is er een financieringsoverschot, met inachtneming van bovenstaande, ontstaan voor een bedrag van bijna € 40,0 miljoen.
Naast het gebruiken van de kredietfaciliteiten van de BNG Bank, met een limiet van € 20,0 miljoen, is er in 2023 gebruik gemaakt van één kasgeldlening.
Kasgeldlening | Geldgever | Stortingsdatum | Rentetarief | Bedrag Lening | Rentelasten |
---|---|---|---|---|---|
3 maanden | Stichting Pensioenfonds Rail & Openbaar Vervoer | 8 maart 2023 | 3,020% | 5.000.000 | 38.717 |
De opgenomen kasgeldlening had een looptijd van 3 maanden en is in maart 2023 aangetrokken om, de op dat moment verwachtte tijdelijke overschrijding van de kredietlimiet van de BNG Bank, ad € 20 miljoen, en de daarbij horende extra rente, ad 2%, te vermijden. In juni 2023 is de kasgeldlening afgelost.
In 2023 is de volgende langlopende lening aangetrokken;
Langlopende lening | Geldgever | Stortingsdatum | Rentetarief | Bedrag Lening | Rentelasten |
---|---|---|---|---|---|
50 jaar Fixe | BNG Bank | 9 februari 2023 | 2,499% | 12.500.000 | 278.142 |
In februari 2023 werd de langlopende lening aangetrokken om, de op dat moment verwachtte overschrijding van de kredietlimiet van de BNG Bank, ad € 20,0 miljoen, en de daarbij horende extra rente, ad 2%, te vermijden. Bovendien werd op dat moment voorzien dat de wettelijke kasgeldlimiet voor een langere periode zou worden overschreden. Beide verwachtingen samen geven het signaal om langlopende financiering aan te trekken.
In de begroting 2023 is uitgegaan van een langlopende schuld per ultimo 2023 van € 212,7 miljoen,
gebaseerd op € 27,0 miljoen aan nieuw aan te trekken langlopende leningen in 2023 en een bedrag van € 9,3 miljoen aan aflossingen in 2023.
Eind 2023 bedraagt de werkelijke langlopende schuld een bedrag van afgerond € 192,2 miljoen.
De eindstand van de langlopende leningen per 31 december 2023 is daarmee € 20,5 miljoen lager dan in de begroting 2023 is opgenomen.