Bij het risicobeheer op de gemeentelijke financiering wordt onderscheid gemaakt tussen kortlopende
financiering (rente typische looptijd kleiner dan één jaar) en langlopende financiering (rente typische looptijd groter dan één jaar).
Renterisico's op korte financiering (kasgeldlimiet)
De kasgeldlimiet is gelimiteerd tot 8,5% van het begrotingstotaal van de gemeente. Deze grens is om
te voorkomen dat een te groot gedeelte van het financieringstekort met kortlopende schulden wordt gedekt. Voor het jaar 2023 bedroeg de kasgeldlimiet 8,5% maal € 310 miljoen is € 26,3 miljoen.
Op basis van de exploitatie, de uitgevoerde investeringen, de uitvoering van de
grondexploitaties en de kasstromen met betrekking tot de leningen (rente en aflossing op oude
leningen en de opname van een nieuwe lening) heeft de korte schuldpositie in 2023 het volgende
beeld laten zien.
Figuur 4.1 Verloop kortlopende schulden 2023 waarbij een -/- bedrag een tegoed is.
Het totaal aan kortlopende schulden (4) bestaat uit de optelling van:
- de schuld in Rekening Courant bij de BNG Bank;
- aangetrokken kasgeldleningen;
- middelen aangehouden bij 's-rijks schatkist.
In de loop van het jaar toont de stand van de kortlopende schulden een wisselend beeld. Dit beeld
wordt vooral veroorzaakt door de ontvangsten van de woonlasten die zich voornamelijk
concentreren in de maanden maart tot en met juni, en de uitkering van het btw-compensatiefonds in juli. De uitgaven zijn redelijk evenredig verdeeld over het jaar waarbij er een piek in de uitgaven is waar te nemen in de maanden januari en december.
Vanaf de maand juni 2023 is er sprake geweest van een liquiditeitsoverschot in rekening courant bij de BNG Bank. Op het moment dat ons tegoed in rekening courant groter is dan € 2,0 miljoen wordt het bedrag dat deze € 2,0 miljoen overstijgt automatisch afgestort naar de Schatkist op basis van de regeling Schatkistbankieren. De middelen gestald bij de schatkist van het Rijk kunnen op ieder gewenst moment door Hilversum weer worden opgenomen.
De in 2023 ontstane een situatie van overliquiditeit is voornamelijk ontstaan als gevolg van de toekenning van extra middelen ten behoeve van de opvang van Oekraïners. Daarnaast blijven onze uitgaven op investeringsprojecten achter bij de ramingen zoals opgenomen in de begroting 2023. Zie ook paragraaf 3.4.3.
Op 31 december 2023 is het totaal aan kortlopende schulden een bedrag van € 4,9 miljoen en dit totaal bestaat volledig uit een schuld in de Rekening Courant bij de BNG Bank.
Op 31 december 2023 is het totaalbedrag aan schatkistbankieren een tegoed bedrag van € 34,1 miljoen. Per saldo is er op 31 december een tegoed van € 29,2 miljoen.
Het tegoed van € 29,2 miljoen wordt niet gebruikt voor het aflossen van langlopende leningen omdat dit contractueel niet is toegestaan. Het openbreken van een contract is wel mogelijk maar gaat gepaard met het betalen van een boeterente dat extra lasten met zich mee brengt.
Om te toetsen of we binnen de wettelijke normen van de kasgeldlimiet blijven wordt gebruik gemaakt van de gemiddelde kwartaalschuld.
De gemiddelde kwartaalschuld wordt als volgt berekend: eindsaldi van de korte schulden per laatste dag van de maanden van het kwartaal gedeeld door drie.
In de tabel hieronder wordt de gemiddelde kwartaalschuld vergeleken met de wettelijke kasgeldlimiet. Hilversum heeft in 2023 de kasgeldlimiet niet overschreden.
Vergelijking kortlopende schulden met de kasgeldlimiet
B edragen x € 1.000
Financieringsgemiddelde kleiner dan één jaar ten opzichte van Kasgeldlimiet | 1 e kwartaal | 2 e kwartaal | 3 e kwartaal | 4 e kwartaal | Gemiddelde schuld kleiner dan één jaar. | |
---|---|---|---|---|---|---|
Begrotingstotaal 1 januari 2023 | 310.040 | 310.040 | 310.040 | 310.040 | ||
Kasgeldlimiet 2023 (= 8,5% begrotingstotaal) | a | 26.353 | 26.353 | 26.353 | 26.353 | |
Gemiddelde kwartaalschuld kleiner dan één jaar | b | 16.616 | -6.587 | -25.629 | -30.331 | -11.483 |
Overschrijding limiet (is +) | c = b-a | -9.738 | -32.941 | -51.982 | -56.684 |
Tabel 4.1 Berekening renterisico korte schuld waarbij een - bedrag een tegoed is.
In 2023 was er sprake van een gemiddeld kwartaaltegoed van € 11,5 miljoen.
Langlopende financiering
Langlopende financiering wordt aangetrokken als wordt voorzien dat de kasgeldlimiet, het wettelijk maximum voor de kortlopende schuld, langdurig wordt overschreden.
Renterisico is het risico dat herfinanciering van leningen tegen een hoger rentepercentage
plaatsvindt dan het in de begroting geraamde rentepercentage waardoor de rentelasten omhoog zullen gaan.
Het renterisico heeft betrekking op de contractuele renteherzieningen en de aflossingen op de
langlopende schulden. Het renterisico wordt verkleind door aflossingen in de tijd te spreiden. Het
renterisico van de langlopende schuld is, evenals dat van de korte schuld, wettelijk begrensd. Het
renterisico wordt getoetst aan de renterisiconorm. De renterisiconorm wordt berekend door een
vastgesteld percentage van 20% van het begrotingstotaal. Met een renterisico van 3% in 2023 is het werkelijke renterisico als laag te kwantificeren.
B edragen x € 1.00 0
Renterisiconorm en renterisico's van de langlopende schuld 2023 tot en met 2026 op basis van de werkelijke lening portefeuille per 31 december 2023 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | ||
1. | Begrotingstotaal 1 januari 2023 | 310.040 | 310.040 | 310.040 | 310.040 | |
2. | Vastgesteld percentage (Wet Fido) | 20% | 20% | 20% | 20% | |
3. | Renterisiconorm | 3. = 1. x 2. | 62.008 | 62.008 | 62.008 | 62.008 |
4. | Risico vaste schuld herfinanciering | 9.303 | 8.503 | 8.503 | 8.503 | |
5. | Ruimte onder risiconorm | 5. = 3. - 4. | 52.705 | 53.505 | 53.505 | 53.505 |
6. | Risico als percentage | 6. = 4. / 1. | 3,0% | 2,7% | 2,7% | 2,7% |
Tabel 4.2 Berekening renterisico lange schulden
De bedragen genoemd op regel 4 zijn bedragen die in de jaren 2023 tot en met 2026 aan langlopende leningen zullen moeten worden afgelost met betrekking tot de lening portefeuille zoals die bestaat per 31 december 2023.